Ronde in Excel
Ronde | Naar boven afronden | Beneden afronden
Dit hoofdstuk illustreert drie functies voor ronde getallen in uitmunten. De Ronde, NAAR BOVEN AFRONDEN en BENEDEN AFRONDEN functie.
Voor je start: als je een getal rondt, verlies je precisie. Als u dit niet wilt, toon dan minder decimalen zonder het aantal zelf te wijzigen.
Ronde
1. Rond een aantal tot twee decimalen af.
Opmerking: 1, 2, 3 en 4 worden naar beneden afgerond. 5, 6, 7, 8 en 9 worden afgerond. In dit voorbeeld, 114.7211, 114.7221, 114.7231 en 114.7241 wordt afgerond naar 114.72 en 114.7251, 114.7261, 114.7271, 114.7281 en 114.7291 wordt afgerond naar 114,73.
2. Rond een cijfer af tot op één decimaal.
3. Rond een getal af op het dichtstbijzijnde gehele getal.
4. Rond een getal naar de dichtstbijzijnde 10.
5. Rond een getal af op de dichtstbijzijnde 100.
Naar boven afronden
De functie ROUNDUP rond een getal altijd naar boven (weg van nul). U kunt bijvoorbeeld een cijfer tot op één decimaal omronden.
Beneden afronden
De functie ROUNDDOWN rondt een getal altijd naar beneden af (in de richting van nul). Rond een getal bijvoorbeeld naar beneden af op het dichtstbijzijnde gehele getal.